We waren in zijn kantoor aanwezig voor een vraaggesprek bij de foto's voor de toen gerealiseerde 'portrettengalerij' met een portret van de meeste van de toenmalige personeelsleden.
|
Jean Pierre Dubois
Het nieuws over het - hoe dan ook - dramatisch levenseinde, vernam ik op verscheidene manieren. Het is zo een gebeurtenis waarvan je een kwarteeuw later nog weet waar je toen was en wat je deed. Ik kan de tijdsgeest uit ervaring bevestigen. Toen ik de toenmalige hoofdredacteur van dagblad Het Volk, waarvoor ik sinds april 1980 schreef, vroeg of ik een evenwichtig stuk mocht maken, vroeg hij me telefonisch of ik wel wist dat 'we niet schreven over zelfdoding'... ? Komt daarbij dat de dokter vrijzinnig was (en 'van de loge'; ook al zoiets waarover tot op heden veel onzin wordt verteld omdat niemand goed weet wat dat precies is en wat vooral niet). Van de hoofdredacteur van Spectator, het toenmalige opinieweekblad uit dezelfde Drukkerij Het Volk N.V., kon ik vijftig tot vijfenzeventig regels krijgen voor een... portret over het leven en het werk van deze schielijk overleden dokter. Dat vond ik ook te sneu en vooral te weinig ruimte voor correcte en evenwichtige journalistiek. Eerder, in oktober of november 1980, had ik de dokter nog ontmoet in de Brugse stadsschouwburg. Ik was er van op de hoogte dat hij daar een voordracht hield voor liberale gepensioneerden uit Brugge. Ook toen had hij wijze woorden in petto, want wie kan nu nog betwisten dat er een generatie senioren zou opstaan die niet meer naast de kachel wil blijven zitten maar de wereld wil zien, en in beweging blijven. Een dokter moet / mag een visie hebben over mensen en de wereld waarin ze leven. Dat lijkt me zelfs essentieel om dokter te kunnen zijn met begrip voor die medemensen en hun leefwereld. Ik fotografeerde hem omdat ik verwachtte dat ik recente foto's zou kunnen gebruiken bij een stevig artikel over... en ook met hem. Essentieel voor een goede weergave van feiten is en blijft journalistiek met recht op hoor en wederhoor. 'U weet dat er over u wordt gepraat?' vroeg ik hem met gevoel voor understatement (maar een journalist mag terughoudend en afstandelijk blijven van de 'partijen'). We hadden het hier niet over en misdadiger, maar over een arts met wat controversieel geworden gewoonten en omgangsvormen met mensen en dingen. Uiteraard kan ik ook nu niet verklappen wie mijn 'bronnen' waren, maar uit de hele feitelijke context weet ik sindsdien wel dat er slechts één kapitale fout is gebeurd die tot het dramatische einde leidde. Een gerechtsmedewerker haalde het in zijn hoofd een mogelijke 'verdachte' eventjes vooraf telefonisch te tippen en de raad te geven... te verdwijnen. Dit verhaal kent nu iedereen, of iedereen kende het (want veel perslui uit die tijd zijn verdwenen, met pensioen of overleden; en niet iedereen heeft zo een enorm geheugen en dossierkennis om roddels en feiten van elkaar te kunnen scheiden). Ikzelf woog en wikte mijn woorden altijd: voor mij blijft het een levensgeschiedenis waar nu geen vervolg meer aan te breien is. Vragen blijven er altijd als iemand zonder antwoorden verdwijnt. In welke mate waren de woorden van Alexander, in een interview met kinderen in juni 1973, veelbetekenend voor dat einde? Hij zei toen dat alles wat leeft moet blijven veranderen, en als dat niet meer gebeurt is er voor hem de vaststelling dat hij zijn taak niet meer vervult. Een botsing van werelden? Een conflict van visies? Van culturen? Van eigen zin en van eigenzinnigheid? Eigenzinnig zijn is geen gebrek dat iemand tot een te verguizen mens maakt. Maar iedereen weet dat het moeilijker leven is met dergelijke kleurrijke figuren dan met mensen die kiezen voor de middenweg. Zelf maak(te) ik nooit een proces en ik speculeerde niet over dat levenseinde dat opging in rook, mist en (begrijpelijk) stilzwijgen. Het is echter niet immens moeilijk te erkennen dat het Zeepreventorium voor, tijdens en na dokter Alexander een evolutie heeft ondergaan én zelf heeft gecreëerd, en in die zin werd en wordt nu nog zelfs de levenswil, het levensmotto van de dokter voortgezet... Woorden wegen, maar daden tellen. Is dat geen troost voor de meeste mensen? |
Vreemd maar ik vond dat verbod nooit vreemd. Blijkbaar had zijn uitleg over het voorkomen van stof, toen al indruk op mij gemaakt. Het is toch een feit dat stof zich achter papieren posters kon ophopen? Waarom waren de overgordijnen trouwens uit kunststof gesneden en niet uit textiel? Toch ook om stofophoping te voorkomen. Wellicht speelde ook mee dat posters ontsierend konden zien en de wanden beschadigen. Lijkt me plausibel. Hingen er posters in de kamers van de kinderen van de dokter? Geen relevante vraag, maar toch. Ik vond dat alleszins zelf geen drama, maar ja: smaken en zo kunnen verschillen. Op een bepaald ogenblik behingen ze de wanden toch ook met een stofafstotend textiel? Of heb ik dat gedroomd? |
Wellicht was de kern van het probleem veeleer het gevoel niet gehoord te woorden door de directeur. En misverstanden leidden daarna tot meer misverstanden. Maar een enorme uitvergroting van wat beperkte feiten heeft nu geen zin omdat de meeste betrokkenen verdwenen of zwegen. |
Tevens zaten we als HISS-student tussen twee stoelen. We waren in feite naar het HISS gekomen om het diploma van maatschappelijk assistent te bekomen maar dit ging gepaard met soms zeer zware fysische en/of psychische spanningen. Nochtans zeg ik dat ik tijdens mijn studies een fantastische tijd heb gehad bij de Copains. Soms waren er, voornamelijk in het beging van mijn studies, een paar gasten die mij het leven moeilijk maakten (remember Benny Deschepper) maar met de tijd en de ervaring ging dit allemaal wel gemakkelijker. Mijn ervaringen tijdens die jaren -zowel met dr. Alexander en met de kinderen - zijn voor mij een ideale springplank geweest voor mijn later professioneel leven. Wat er met hem ook moge gebeurd zijn, voor mij blijft hij iemand die mijn leven beïnvloed heeft. |
Om te besluiten: juist nu is een documentaire over de betekenis van het ZPM betaal- en realiseerbaar geworden. De hier gepubliceerde antwoordbrief is niet de enige van de hoofdarts... Ze moeten uiteraard binnen de juiste context begrepen worden. |
Niettemin dierf Magda Corné-Van Damme het als studieprefecte of directeur van het Zeelyceum aan om een eerste anciensdag te organiseren. 'Ooit was je leerling aan het Zeelyceum. Voor velen een vervlogen tijd met leuke en minder prettige herinneringen', schreef ze als aanhef van haar toch wel verrassende brief.
'Enkele "anciens" suggereerden ons een dagje aan zee te organiseren om zo eens - na vele jaren - vrienden terug te zien. Een voorstel waarop we positief reageren. De bewuste dag wordt ZATERDAG 17 NOVEMBER 1990 !' Niet vreemd dat ik zelf haar brief ontving. Ik bleef na juli 1974 bijna onafgebroken in contact met leerkrachten in het Zeelyceum. Op vraag van gewezen leerkracht Nederlands (en zoveel meer dan dat) Eric Vanhelsuwé, kwam ik er in het schooljaar 1987-'88 zelfs verscheidene videosessies met zijn leerlingen opzetten. Op 14 januari 1988 kwam mijn tv-collega Goedele Liekens zelfs meewerken aan die opnames met leerlingen. Eerder, in 1981, werkten enkele van zijn toenmalige leerlingen mee aan het nieuwe tijdschrift 'Dierenrechten'. Een jongen stuurde mij een verslag over problemen met de varkens... in de kinderboederij van het Zeepreventorium. Later, in juni 1987, zou ik ancien Mark De Baerdemaeker, zijn opvoeder Noël Jonckheere en hoofdartse Hilde Franckx interviewen voor een artikelreeks over de toestand van de duinen en de natuur in en rond de instelling. Van 1975 tot rond 1995, toen de meeste leerkrachten met pensioen gingen, bleef ik het Zeelyceum bezoeken. Zo vond ik de brief van Magda Corné-Van Damme dan ook terug in een documentatiemap over... de kinderrechtentram die leerlingen in 1989-'90 beschilderden om aandacht te vragen voor de erkenning van de Universele Verklaring voor de Rechten van het Kind. Een project dat uitmondde in een groot kinderrechtenfeest op 21 maart 1990, in het Casino van Oostende. Maar die oproep- en uitnodigingsbrief van 1 oktober 1990 was ook voor mij een complete verrassing. Ik herinner mij plots - en ik heb toch een ijzersterk geheugen - dat we die zaterdag inderdaad bijeenkwamen in de lokalen van het Zeelyceum. Het ging toen uitsluitend om een bijeenkomst van de school, maar er werd wel een volledig bezoek voorgesteld. Schrijft wijlen mevrouw Corné-Van Damme nog: 'Misschien kunt u ons helpen. Stuur ons per kerende (of telefonisch) adressen van oud-patiënten zodat we allen een uitnodiging met het dagprogramma kunnen toesturen. Maak reklame in uw streek voor deze oud-leerlingendag. U kunnen we reeds verklappen dat deze dag loopt tussen 10u30 en 18u.; geleide bezoeken aan het Zeepreventorium en de school, demonstratie van de huidige therapeutische behandeling, activiteiten allerhande, een strandwandeling, staan op het programma. U kan gerust echtgenoot of echtgenote, vriend of vriendin, kinderen of wie dan ook meebrengen. We maken er een toffe dag van en rekenen alvast op uw medewerking.'Een greep uit het dagprogramma van deze oud-leerlingendag van het Zeelyceum? Om Om 10u30 werden de gasten in de Tritonzaal met koffie verwelkomd. Om 11 uur kwamen hoofdartse Hilde Franckx en schooldirecteur Magda Corné-Van Damme aan het woord. De dames waren bondige praters, als alles volgens programma verliep, want om een kwartier later konden de bezoekers al een geleid bezoek meevolgen in het medische paviljoen, de school en de leefgroepen gaan bekijken, of meewandelen op het strand naar het natuurreservaat 'Kijkuit', het domein naast het Zeepreventorium. Biologieleraar Theo De Brandt was toen nog de eerste conservator van dat erkend duinenreservaat. Middageten stond om 12u30 klaar in de Tritonzaal. Een spaghetti kostte 200 BEF voor volwassenen en 150 BEF voor kinderen. Een dagschotel kreeg je opgediend voor 250 BEF per persoon. Om 14u was er toen zelfs 'sport en spel voor kinderen vanaf 6 jaar' (en dat tot 16u30). 21 jaar later staat dat niet op het programma, maar zijn we wel heel attent en bieden de organisatoren van de anciensdag een evenwichtige broodmaaltijd aan. Een enquête bij deze uitnodiging Wanneer de laatste bezoekers in 1990 weer blij en vol energie naar huis gingen, weten we niet. Tenzij nog iemand zich die allereerste anciensdag herinnert? Feit is dat mevrouw Corné-Van Damme meteen ook het nuttige aan het aangename wou paren. Bij haar uitnodigingsbrief stak ook twee bladzijden enquête. Een stukje van haar uitleg bij de vragen over het verblijf in het Zeelyceum. 'Beste oud-Zeelyceeër,De enquête is nog altijd een heel waardevolle vragenlijst. Ze kan zo worden gebruikt, al zijn er nu nog meer privacyregels dan toen (maar dat is geen obstakel). Eerst is er een vakje waarmee ze peilt naar de voorgeschiedenis van de 'oud-Zeelyceeër'. De ervaren problemen. Het totale studiepeil met de jaren schoolachterstand, of de maanden schoolachterstand. Het peil van de vakken met zeer gunstige vakken, gunstige vakken, normale vorderingen, moeilijke vakken, zeer ongunstige vakken, bijzondere interessen... Daarna gaat het over het verblijf in het Zeelyceum. Met nadrukkelijk de tekst: 'betreft alle verblijven in de school Zeelyceum; voor sommigen zijn dat verschillende, niet opeenvolgende perioden over jaren gespreid'... Er is sprake van interessante 'begrippen' die de huidige anciens misschien nu nog kunnen toelichten, zoals de 'duur van de aanpassingsperiode' of de 'aard van de aanpassingsproblemen'. Was er een zo een periode voor elke leerling? Indrukken over de school Zeelyceum? De anciensdag was blijkbaar ook erg belangrijk om nu eens grondig en gedetailleerd te vragen wat de oud-leerlingen dachten over hun schooltijd in De Haan. Het gaat dan wel vooral over 'vakken waar je achteropgeraakte' of 'vakken waar je vooruitging'. Maar een regeltje over gunstige of ongunstige invloeden was natuurlijk ideaal om dat toe te lichten of aan te vullen. Hoewel... één regeltje per vraag?! Het vakje over het verblijf in het Zeelyceum, sloot af met de vraag over de 'mate van tevredenheid over de school' of de 'algemene indruk over de school'? De nageschiedenis van een 'ancien' was het laatste vak. Iets dat me al bezighield toen ik zelf in het Zeelyceum en het Zeepreventorium verbleef. Ik schreef al eerder dat ik de toenmalige hoofdarts Fernand Alexander in 1975 zelfs heb voorgesteld om met een film na te gaan wat gebeurde met gewezen patiënten. (link) Was hun behandeling nuttig geweest? Wat hielden ze daaraan over? Hoe konden ze verder leven met de aangeleerde therapeutische zelfzorg? Omdat het andere tijden waren én ik nog maar 16 was (al was ik al volop bezig met journalistiek), kon ik toen die documentaire niet maken. Maar sindsdien werd ik wetenschapsjournalist en documentairemaker, en maak ik sinds 2006 verscheidene dvd-documentaires over het gezond en actief voortleven van gewezen leerkrachten, patiënten. Met die dvd-docureeks met de veelzeggende reekstitel 'Zoveel levens', kon ik al veel mondelinge getuigenissen filmen om te verwerken in thematische dvd-documentaires. Bijvoorbeeld ook over de waarde van de scholen bij het Zeepreventorium. Maar dat verneemt én ziet u tijdens de anciensdag van zondag 23 oktober 2011. Mevrouw Corné-Van Damme en haar collega's wilden in 1990 alvast weten hoe het met hun gewezen leerlingen was gesteld. Zo staat daar waarempel dee vraag, of het verzoek om te vertellen over 'invloeden van Zeelyceum: invloeden op je persoon die je op vandaag geworden bent'. Maar het ging in dat vakje 'nageschiedenis' ook over ongunstige of gunstige invloeden, teloorgegane of ontdekte interessen in het Zeelyceum, goede of slechte herinneringen, behaalde diploma's en getuigschriften, uitgeoefende functies (arbeid), huidige school, richting en leerjaar, huidige werkgever en functie, nagestreefd diploma of werk... Met interviews mondelinge geschiedenis laat ik de anciens vooral praten over wat ze in het Zeelyceum, de lagere school of het hele Zeepreventorium beleefden. We doen dat bijna altijd in volgorde van tijd en gebeurtenissen. Wie weet nog hoe hij of zij in een klas zat, wat hij of zij daar deed? Welke begeleiding de leerkracht gaf? Enz. Hetzelfde als het over therapie gaat. Om welke therapie ging het? Wanneer moest je die volgen? Alleen of in groep? Ook mijn interviews verlopen volgens goede ethische regels. Ik ondervraag niemand, maak daar geen 'kruisverhoor' van... Maar... zoals gewezen leerkracht Edwin Vandenberghe in een van mijn dvd-documentaires zei: 'Wij willen ook wel eens weten wat de gewezen patiënten dachten en beleefden over de opleiding, de therapie, hun verblijf.' Met interviews mondelinge geschiedenis werk ik zoveel decennia later dus blijkbaar in dezelfde zin als de gewezen schooldirecteur en haar gepensioneerde collega's, om zo een vollediger beeld te kunnen vormen van wat onderwijs, therapie en opvoeding in De Haan voor elke persoon, of zelfs generatie, hebben betekend.
Jean-Pierre Dubois |
'Dag anciens!' is een gloednieuwe productie voor iedereen die belangstelling heeft voor het verleden en de mensen van het Zeepreventorium en het Zeelyceum. Hij is een onderdeel van de hele reeks dvd-documentaires met de mondelinge geschiedenis van anciens zoals gepensioneerde leerkrachten, personeelsleden, gewezen patiënten. De nieuwe dvd monteer ik deze week af met de nieuwe beelden van zaterdag 2 oktober. Wie erop wil intekenen voor een eigen exemplaar, zal eerstdaags informatie vinden op mijn www.vimeo.com/sciencepress. Bij een clip met Francis zal ik bestelinformatie zetten. Ik stel de dvd te koop voor een prikje, terwijl het hier gaat om een aantrekkelijk en professioneel product. Een uniek souvenir ook voor alle anciens! Wie de dvd vooraf bestelt, kan als hij of zij dat wil, ook met naam in de eindgeneriek staan onder als unieke herinneting aan zaterdag 2 oktober 2010. Contactgegevens: Jean-Pierre Dubois wetenschapsjournalist-documentairemaker www.vimeo.com/sciencepress jpdubois@sciencepress.be |
Naast nog enkele stukjes uit de vele opnames sinds 2006, tijdens onze korte toespraak. Tot zondag! jpd |
Ook voor de tweede dvd-documentaire “Dag anciens” was er belangstelling. Die dvd zal klaar zijn in november 2011. Ik plaats er een extra reportage bij met mijn interview en het pianostuk dat François Glorieux heeft gecomponeerd om de gevoelens van u allen, de anciens die het ZPM na lange tijd bezochten, te vertolken. Ik was heel blij met zijn cadeau, want dat is die minutenlange en eenmalige vertolking echt wel. Dat stukje kon u in de gekende omstandigheden in de Tritonzaal bekijken. Maar om het echt goed te kunnen zien én beluisteren, zet ik het toch echt best als extraatje bij “DAG ANCIENS!”. Als slotstukje. François Glorieux trad benefiet op voor de kinderen van het Zeepreventorium. Tijdens de anciensdag vernam ik enkele extra weetjes. Onderwijzer Hilaire Maertens vertelde mij, dat de ZPM-patiëntjes ook in 1976 een optreden van Jeugd en Muziek in Blankenberge konden bijwonen. Dus Glorieux kwam niet enkel in 1970 in de oude Tritonzaal in contact met de ZPM-patiënten. Hij gaf ook in 1976 een improvisatieconcert voor kinderen uit het ZPM. 'Wij reden toen met enkele auto's met kinderen naar Blankenberge', legde Maertens uit.
Germain Pirlot had me eerder tijdens de anciensdag gezegd, dat Glorieux de oude foto's over zijn benefiet in 1970, op 1 oktober 2011 had tentoongesteld in het Casino van Oostende. Op 23 maart 2011 interviewde ik hem bij hem thuis gedurende enkele uren. Genoeg materiaal voor een slotstukje bij 'Dag anciens'. Misschien nam u mijn waardebon met uitleg mee? Deed u dat niet, dan vermeld ik dat elke ancien mijn journalistieke dvd-reeks kan kopen voor een prikje: voor 'Francis vertelt...' is dat 5 euro voor een dvd en 5 euro voor verzendkosten. Samen 10 euro voor een unieke dvd van 36 minuten (met ook veel archiefbeelden). 'Dag anciens' kost iets meer omdat hij videomuziek bevat: 15 euro plus 5 euro verzendkosten. Wil u beide dvd's bestellen, dan kosten ze samen 20 euro. Voor al wie al besteld heeft, of nog bestelt, is er dus het nieuws dat ik het muziekstuk voor de anciens ook mee monteer in 'Dag anciens'. Meer informatie of bestelinfo (rekeningnummr enz.)? Dan mailt u mij het best eens: jpdubois@sciencepress.be Beste groet en hartelijk dank,
Jean-Pierre Dubois |
Voor mijn journalistieke dvd-documentaire met als werktitel “De school van meester Maertens” filmde ik de getuigenissen van anciens als Jo Van Heesvelde en Patrick Mertens.
Wie ook in 't Zeegat of zelfs bij meester Hilaire Maertens schoolliep, kan desgewenst ook jpdubois@sciencepress.be
Jean-Pierre Dubois Terzijde: sinds 2006 film ik de getuigenissen van gewezen leerkrachten, personeelsleden en ex-patiënten. Dat leverde nu al vier dvd-documentaires op, onder meer over het leven in en rond het ZPM, de scholen, de leefgroepen... De dvd's zijn te koop voor een prikje. |
Op 12 januari 1972 belandde ik in het preventorium Georges Born. De eerste avond en nachten verbleef ik bij negenjarige meisjes. Ze sliepen op een gewoon bed. Zelf kreeg ik mijn eerste
En tekenen, heel veel tekenen. Want voor ik me tot schrijver zou ontpoppen, tekende ik erg veel. Dat moedigde die 'dandy'-opvoeder ook aan. Dandy? Inderdaad, nooit daarna zou ik nog een opvoeder ontmoeten die er zo beschaafd, welgemanierd en piekfijn bijliep. Geen wonder dat hij geen opvoeder bleef en als communicatieverantwoordelijke in de modesector ging werken. Hij was hoogstens 12 jaar ouder dan ik. Toen een knaap met een korte baard en nu ongeveer 65.
Een jongere opvoeder deed ooit iets merkwaardigs met mij. Ik reageerde er onwennig en verrast op. Hij nam me mee voor een kort bezoek aan zijn ouderlijk huis, vlakbij het preventorium in Wenduine. In een kamer die vol stond met metalen stapelrekken met zijn oud speelgoed enz. bood hij me aan dat ik een half dozijn van zijn jeugdboeken zou kiezen. Ivanhoe. Robinson Crusoë. Nog enkele klassiekers. Zo goed als nieuw. Ik besefte meteen dat dat een heel groot cadeau was. Die boeken bewaar ik nog altijd. Ze zijn zowat de eerste boeken in een collectie met enkele duizenden boeken. Maar van die boeken herinner ik me glashelder hoe, waar en wanneer ik ze kreeg. De jonge Daniël L. deed zo erg veel om mij nog meer te laten lezen en te schrijven, ook al hield en houd ik niet zo van die stoere jongensboeken. Maar de daad telt. Het was een uitzonderlijk vriendelijk gebaar!
Ook de eerste opvoeder blijft me scherp bij, omdat hij me daarna toonde dat ik best meteen mijn naam noteerde op het eerste witte blad van mijn boeken. Dat deed hij zelf de eerste keer in een boek over de tv-reeks 'Wij heren van Zichem' dat ik als kreeg van mijn grootmoeder. Ik was blijkbaar erg gesteld op die nauwkeurigheid, want sindsdien noteer ik altijd mijn naam, de aankoop- of ontvangstdatum en de prijs van een boek. In elk gekocht of gekregen (pers)exemplaar staat dat. Bijna elke keer denk ik onwillekeurig aan die eerste opvoeder en zijn voorbeeld.
Nog twee herinneringen, nu we toch bezig zijn?
Op een avond was die lange slaapzaal onder het dak helemaal leeg, op vier nieuwe of oude ziekenhuisbedden na. Alle meisjes en hun bedden waren verhuisd.
Er waren plots vier grote en nogal brutale jongens. Overdag bezochten en teisterden ze het ZPM met hun puberale onzin. In hun bed lagen ze onderling op te scheppen over hoe ze bij bepaalde meisjes onder de training hadden mogen 'voelen' (puberale onzin vond ik toen al), of hadden ze nog veel te vertellen over die leraar die naar verluidt een echte Rus met bonte krullen was.
Die grote slaapkamer met die dokterszoon uit Gent (toen 18 en een ingebeelde vrouwenverleider, al probeerde hij toch eens een opvoedster in de instelling te overtuigen van zijn charmes, terwijl ik er in de kelderbar bij zat), een epileptische jongen van vijftien uit Eeklo, een wat duistere jongen uit Mechelen, en ik als jongste.
Onze slaapzaal is te zien op de voorgevelfoto. Rechts van de voorgevel, onder het dak.
Ik moet daar enorm veel saaie momenten beleefd hebben, want ik herinner me de zalen, de kleine kamertjes, de vloeren met vierkante patronen, de kleine refter, de stilte in de feestzaal, de zweetvoetengeur in de hal voor de trap, de hoofdingang, de hoofdverpleegster, de zwemlessen, de kannen met grijsbruine overzoete koffie...
Ik mag er niet te hard over nadenken, want dan voelt het aan als een blijvend gemis van die toch merkwaardige gebouwen. Doodzonde maar begrijpelijk dat ze verdwenen. Dat is zoals met kloostergebouwen...
Toch deed ik wel wat merkwaardige dingen. Flauw vallen in het tandartsenkabinet, omdat er te weinig zuurstof in de kamer was nog lang voor het onderzoek...
Ook was ik 's avonds na de schooltijd eerst alleen, omdat de grotere jongens nog onderweg waren.
De naam van de groep? Ik was erbij toen we hem kozen: De Mustangs.
Rus en leerkracht RDM uit W. spotte er vanaf september 1972 mee dat ik van die wilde beesten kwam... 'Haha, de Mustangs, gij krijgt geen haver' zei hij dan toen ik in zijn teken- en plakkaatverfverspillersklas kwam.
Plakkkaatverfverspillers? Een mooi lang woord, omdat RDM niet hield van tieners die te grote klodders verf op hun bord ploften.
Ik verliet het preventotium Georges Born zoals ik er was aangekomen. Als een dief in de nacht, nog voor ik het zelf goed en wel besefte: opvoeder Johnny N. met baard en wilde haren, reed met de geit van het ZPM met mij van W. naar D.H.
Het zal daar wel wennen worden, zei Johnny. Maar reken maar dat het vanaf 1 april 1974 wennen was. In Wenduine reden we op zondagavond met een go-cart op de paden aan de duinen waar toen nog geen zwembad was opgebouwd. De opvoeder deed dat omdat hij die groepsactiviteit ideaal vond om de week af te sluiten en met energie aan een nieuwe week te beginnen.
|
|
Code à introduire In te geven kode |
---|