L'historique du Gai Séjour au Vosseslag avant la seconde guerre mondiale
De geschiedenis van het Vrolijk Verblijf aan de Vosseslag voor de tweede wereldoorlog |
Gai Séjour - Vrolijk Verblijf
Als informatiebron heb ik geput uit De Haan opnieuw bekeken van Edwin Vandenberghe (leraar aardrijkskunde in het zeepreventorium). Une carte postale de 1928 Remarquez la croix de Lorraine, symbole de la lutte contre la tuberculose Le Gai Séjour est situé à Clemskerke-Golf, arrêt du tram "Vosseslag", entre Ostende et Blankenberghe Le Gai séjour n'était pas un préventorium très important. Il pouvait acceuillir environ 70 enfants. Ce préventorium existait déjà dans les années 20 où il faisait partie des institutions construites pour combattre la tuberculose. En 1929, le préventorium passa aux mains de la Prévoyance Sociale qui y envoyait des adolescents en convalescence (surtout de la région de Liège). Le centre avait tout comme le préventorium marin une salle de traitement aux rayons ultra-violets. Het Vrolijk verblijf was nooit een opvallende instelling, gelegen aan de Vosseslag, vroeger een visserswijk van de gemeente Klemskerke. 70 kinderen konden opgenomen worden. Het preventorium werd gebouwd door de Belgische Vereniging tegen Tuberculose (zoals de meeste preventoria in die tijd). In 1929 werd het preventorium overgenomen door de Sociale voorzorg (Prévoyance Sociale). Kinderen en jongvolwassen uit het Luikse werden opgenomen. Zoals het zeepreventorium had de instelling een zaal voor de behandeling met UV-stralen.
|
Ik ben een vrolijk scholiertje dat nog nooit ergens buiten zijn ouderlijk huis verbleven heeft. Mijn 1ste dag is dan ook onvergetelijk. (Hoe mijn liefste ouders mij van Haacht-Station naar Klemskerke gebracht hebben, herinner ik mij niet meer, toen hadden wij nog geen auto, dus trein en tram? Het enige van dat transport dat mij bijgebleven is, is een grote valies waarvan ik pas besefte dat ze voor mij was toen mijn goede ouders mij verlieten.) Het onthaal is kort en krachtig, mijn ouders worden eraan herinnerd dat ze mij maar 1 keer per maand mogen bezoeken, "Anders wordt hij het hier niet gewoon." Amper daarvan bekomen word ik naar de refter gebracht, want het is etenstijd. Een mij onbekende weeë lucht komt mij tegemoet, de opvoedster schatert vrolijk "Vandaag is het lever!" Ik krijg een plaats aan een grote tafel toegewezen, rechtover een klein angstig meisje dat nog jonger is dan ik. Zodra ze de lever krijgt opgeschept, begint ze in haar bord te kokhalzen, waarop de opvoedster met een kommetje verschijnt, daar haar portie en haar braaksel inroert met de vrolijke boodschap "Dat is uw eten voor deze avond!" Heel de middag is het bang afwachten of haar dat kommetje zal voorgeschoteld worden. Het meisje geeft forfait, is van pure weerzin doodziek en moet niet naar de refter. Ik schuif andermaal bij de kleinste kinderen aan, allemaal meisjes die zich verkneukelen, want zo zeggen ze mij, we moeten voor het slapen gaan samen douchen. Ik heb nog nooit in mijn leven gedoucht, en nooit publiek gewassen, tal van nieuwe ervaringen dus, maar niets evenaart de vrolijke blikken van al die meisjes wanneer ik zoals zij bloot in de collectieve douche wordt geduwd. Nooit nog zal ik mij zo beschaamd voelen als toen. Enige lichtpunt van die dag vol verschrikkingen, de wonderbare leraar die alle leeftijden van het basisonderwijs in 1 klas samen onderwees. Heeft mij Tijl Uilenspiegel en Dik Trom laten lezen. Zijn lessen waren de boeien waar ik mij aan vastgreep om de terreur van sommige opvoeders en kinderen te vergeten. Mijn arme ouders zijn mij 2 keer komen bezoeken, meer mocht niet van Gai Séjour. De 2de keer had ik mijn valies gemaakt, want het was zogezegd voor 3 maand, en dan bleek dat ik nog een 4de maand moest blijven om het schooljaar af te maken... Toen ze mij dan eind juni echt kwamen halen, kon mijn geluk niet op, Vrolijk Vanaf! |
Code à introduire In te geven kode |
---|